Brussels energiepact tegen de energiearmoede deze winter • one.brussels – Vooruit doet 6 concrete voorstellen

De energiecrisis slaat hard toe in Brussel. Na een covidcrisis, die de bestaande ongelijkheden verder op de spits dreef, en met de stijgende inflatie, is het leven de laatste jaren alleen maar duurder geworden. De energiecrisis doet daar nu nog een schep bovenop. Steeds meer huishoudens worden elke dag voor keuzes geplaatst in hun essentiële basisbehoeften. Eten kopen of je huis verwarmen? Keuzes waarvan we anno 2022 niet kunnen tolereren dat mensen ze moeten maken.

One.brussels-Vooruit trekt daarom aan de alarmbel en stelt een pakket aan maatregelen voor om op korte termijn de Brusselaar met meer zekerheid en minder zorgen deze winter tegemoet te laten gaan.

Ook moeten we nù al lange termijnplannen maken om ervoor te zorgen dat de ecologische transitie op een eerlijke en solidaire manier gebeurt, zodat elke Brusselaar er de vruchten van plukt. De bestaande premies voor isolatie, renovatie en hernieuwbare energie zijn vandaag bijvoorbeeld veel te veel gericht op mensen die al kapitaal hebben en te weinig op zij die niet mee kunnen.

Ingrijpen op korte termijn: een energiepact met 6 acties voor de winter en de komende maanden

Op korte termijn legt one.brussels-Vooruit een aantal extra crisismaatregelen op tafel om de Brusselaar minder zorgen en meer zekerheid te geven, zoals door:

  1. EEN BRUSSELSE ENERGIECRISIS-COORDINATOR

Het mandateren van een specifieke energiecrisismanager die rechtstreeks rapporteert aan de Minister-President en daarbij nauw samenwerkt met de bevoegde ministers (Minister van Energie, Staatssecretaris van Economische Transitie, Staatssecretaris voor Huisvesting). De crisismanager heeft een dubbel mandaat:

  • Het inventarisen en samenbrengen van actoren, maatregelen en bestaande initiatieven, en dit zowel op gewestelijk als lokaal niveau;
  • Het maken van nieuwe beleidsvoorstellen, en het stimuleren van samenwerking en uitwisseling van goede praktijken
  1. DE ENERGIEFACTUUR TE VERLAGEN, DOOR DISTRIBUTIENETTARIEVEN TE VERLAGEN

Het direct verlagen van de elektriciteits- en aardgasfacturen. De energiefactuur is geen belastingsbrief. Als overheden geld nodig hebben voor belangrijke openbare taken moeten ze die financieren uit algemene middelen, niet uit verdoken belastingen op basisproducten als elektriciteit of aardgas. Bovenop de maatregelen van de federale regering om de energiefactuur te verlagen, moet de Brusselse regering daarom de distributienettarieven van Sibelga, die iedereen vandaag betaalt via zijn of haar energiefactuur, op korte termijn verminderen met 92 miljoen euro, of zo’n 170 € per gezin per jaar. Dit kan door de teveel betaalde tarieven in het verleden (30 M€) terug te geven, de ‘wegenisbelasting’ af te schaffen (35 M€) en de kosten voor openbare verlichting (27 M€) te schrappen.

  1. QUICK WIN TEAMS VOOR AANPASSINGEN DIE ENERGIEVERBRUIK TERUGBRENGEN

Het lanceren van quick win teams die ingezet worden in Brusselse wijken om deur aan deur te gaan en zo niet alleen te sensibiliseren (informatieve flyers over energiebesparing), maar bovenal op vrijblijvende en kosteloze basis kritieke punten van energieverlies in kaart te brengen (geen timer op boiler, gaten in de muur, niet geïsoleerde verwarmingsbuizen, …) en vervolgens met akkoord van de bewoner binnen een termijn van 14 dagen de nodige aanpassings- en herstellingswerken te doen. Dergelijke quick wins kunnen een energiefactuur gemakkelijk met honderden euro’s op jaarbasis laten dalen.

  • Er wordt voorgesteld om de quick win teams uit te rollen op basis van goede praktijken die op lokaal niveau al bestaan (zie bijvoorbeeld in Sint Gillis:https://cafa.be/secteurs/energie/les-actions-des- conseilleres-energie/).
  • Prioriteit wordt gegegeven aan wijken die geselecteerd worden op basis van relevante parameters zoals inkomen per capita, gemiddelde energieklasse van woningen, aantal toegekende energierenovatiepremies, aantal sociale woningen, toegekende sociale bijstand, etc.
  • De benodigde financiering: bezoek van een energieadviseur van 1 uur, een aannemer met 2 personen die gemiddeld 4 uur per woning en materiaalkosten van 500 euro: (1×125 + 4×60×2 + 400) + BTW = 1200 euro per woning. Een kostprijs voor 10.000 woningen betekent dan een lanceringsbudget van 12 miljoen euro.
  • In functie van de geboekte successen en opgebouwde know how kan het project vervolgens uitgerold worden, en duurzaam verankerd worden via stadsvernieuwsingconstracten die meteen een bron van financiering op middellange termijn kan garanderen.
  1. DE INDEXERING VAN DE HUREN TOT 700 EURO BEVRIEZEN

We pleiten voor een bevriezing van de huurindex voor alle huurpanden over de eerste 700 euro huur per maand. Hierdoor zullen de Brusselaars die in een huurpand wonen met maandelijkse huurprijs tot 700 euro, de laatstgekende mediane huurprijs, niet geconfronteerd worden met een indexatie. Iedereen die met een huurprijs van meer dan 700 euro per maand, betaalt alleen een indexatie over het bedrag boven deze 700 euro. Voor gezinnen met kinderen wordt de grens waarvan er geindexeerd kan worden met 50 euro per inwonend kind verhoogd, om zo rekening te houden met de gezinssituatie.

  • Door deze tijdelijke bevriezing van huurindex tot 700 euro sparen alle hurende Brusselaars maximaal 840 euro op jaarbasis uit en ontzien we zij met een lage huurprijs relatief het meest.
  • In tegenstelling tot onze buurlanden bestaan er in België geen limieten op de huurindex. Sinds de zesde staatshervorming kan het Brussels Gewest hierop ingrijpen. Daarom stellen we voor om deze bevriezing van de index tot 700 euro in te stellen voor alle huurcontracten. Een maatregel die ingaat op 1 okotber 2022 en geldt tot en met 31 december 2023 en daarna eenmaal verlengbaar is.
  • Bovendien stellen we dat een indexatie enkel doorgevoerd kan worden bij een geregistreerd huurcontract.
  • Er komt een meldpunt voor huurders, waarvan de verhuurder zich niet aan deze regels houdt. De Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (DGHI) wordt versterkt zodat zij kunnen kunnen toezien op verhuurders die in gebreke blijven en om klachten te verwerken inzake het voorzien van noodzakelijk wooncomfort en energetische maatregelen.
  • Ook het verbod op uithuiszettingen moet tot minstens tot 31 maart 2023 verlengd worden, naar analogie met de verlenging van het sociaal tarief voor energie.
HuurNieuwe huurprijs na indexeringNieuwe huurprijs na indexering in ons voorstelGeld uitgespaard per jaar dankzij ons
500 euro550 euro500 euro600 euro
700 euro770 euro700 euro840 euro
1.000 euro1.100 euro1.030 euro840 euro
  1. EEN GEZAMENLIJK DIGITAAL ENERGIELOKET & EEN SENSIBILISERINGSCAMPAGNE

Alle Brusselaars die moeite hebben om hun factuur te betalen moeten kunnen aankloppen bij het OCMW voor steun. Daarvoor moet er 1 gezamenlijk energieloket voor heel Brussel worden opgezet en moet er een grote sensibiliseringscampagne gestart worden. Niemand mag onnodig wakker liggen van zijn onbetaalde energiefactuur.

  • Er is al twee keer 10 miljoen euro beschikbaar gesteld door de Brusselse Regering, bedoeld voor Brusselaars die normaal geen recht hebben op sociale ondersteuning, maar nu in de problemen komen door een te hoge energiefactuur. Dit bedrag moet indien nodig verder aangevuld worden.
  • Zo snel mogelijk moet er een campagne gestart worden gericht op de Brusselaars die normaal gesproken niet in contact komen met het OCMW, maar nu wel daar terecht kunnen voor hulp met hun exploderende energiekosten.
  • Aanvragen van een tussenkomst moet gemakkelijk worden gemaakt, bij een gezamenlijk en digitaal Brussels energieloket. De energiecrisis gaat veel werkende mensen raken, die geen tijd hebben om tijdens werkuren naar het OCMW te gaan. OCMW’s aanzetten om in navolging van de Stad Brussel convenanten af te sluiten met de energieleveranciers om de schuldenspiraal van de zwaarst getroffenen te doorbreken
  1. RENOVATIE EN ISOLATIEWERKEN MOETEN COLLECTIEF AANGEPAKT WORDEN

Ondertussen moeten we voluit voor ambitieuze klimaatdoelstellingen gaan, maar dit kan enkel als de energietransitie rekening houdt met iedereen. We hebben daarom solidaire en herverdelende maatregelen nodig die tegelijkertijd de focus verleggen van een individuele verantwoordelijkheid naar een collectieve verantwoordelijkheid. Daarom vragen we:

  • Een aangepaste dienstverlening voor de de renolutionpremies voor de laagste inkomenscategoriën. Het premiesysteem brengt in de praktijk een financiële en opleidingsdrempel met zich mee en leidt zo tot een Mattheuseffect: zij die voldoende kapitaal, levenscomfort en opleiding genieten hebben een bevoorrechte toegang tot het systeem. De overheid moet dit onevenwicht verder corrigeren door de administratieve lasten van het premiesysteem te verminderen en ambtelijk te internaliseren voor de mensen die moeite hebben om eigenhandig dergelijke aanvragen in te dienen. Ambtenaren krijgen de taak om een heel aantal dossiergegevens zelf samen te stellen en staan de burger actief bij in het maken van voorstellen en het vervolledigen van een aanvraag. Renovaties dienen voorgefinancierd te worden door de overheid voor de laagste inkomenscategorieën, rekening houdend met het subsidieerbare bedrag van de uit te voeren werken.
  • Gepaard met het voorgaande dient de overheid op wijkniveau collectieve renovatie-initiatieven te nemen waarbij zowel de projectvoorstelling, het aanduiden van aannemers, de administratieve afhandeling en de subsidiëring volledig ambtelijk geïnternaliseerd worden, in samenspraak met de particperende burger. Een betaalbaar evenwicht dient daarbij opgezocht te worden tussen de duurzaamheid en kostprijs van de materialen enerzijds, en de betaalbaarheid en realiseerbaarheid van de werken anderzijds.
  • Zowel het ambtelijk apparaat als de jobmarkt dient sterk geheroriënteerd te worden op de economie van energieduurzaamheid en transitie. VDAB Brussel en Bruxelles Formation dienen daarom in haar opleidingsaanbod versterkt in te zetten op de energietransitiesector en samen met sociale partners de aantrekkelijkheid van de bouwberoepen te vergroten. Het opleidingsinkomen dat men deze legislatuur nog wil invoeren, moet overigens ook differentiëren in hoogte naargelang de opleiding (knelpunt, toekomstberoepen, …)