Vlaams mensenrechteninstituut en de impact op Brussel

Vorige maand keurde de Vlaamse regering het ontwerp-decreet goed om een nieuw Vlaams mensenrechteninstituut in de steigers te zetten. Nog los van de fundamentele vraag wat de meerwaarde is van zo’n apart instituut, dreigen (Nederlandstalige) Brusselaars het slachtoffer te worden van deze beslissing: in de toekomst dreigt het nog complexer te worden om een klacht in te dienen voor discriminatie. “De Vlaamse regering houdt opnieuw te weinig rekening met de situatie van de Nederlandstalige Brusselaars,” zegt Hannelore Goeman, fractieleider in het Vlaams Parlement voor Vooruit.

De Vlaamse Regering besloot in haar regeerakkoord in 2019 de samenwerking met het federaal gelijke kanseninstituut Unia
stop te zetten. Vlaams minister Somers, bevoegd voor gelijke kansen, besloot om in de plaats een mensenrechteninstituut op te richten. Die zou enkel over discriminatie binnen Vlaamse bevoegdheden kunnen oordelen. Dat zorgt concreet voor een onnodig complexe situatie die het vooral voor (Nederlandstalige) Brusselaars nog moeilijker dreigt te maken om een klacht in te dienen voor discriminatie. Met de regelgeving die nu voorligt zal een (Nederlandstalige) Brusselaar die een klacht wil neerleggen tegen discriminatie  binnen de gemeenschapsbevoegdheden, zoals onderwijs, cultuur of welzijn, ergens anders terecht moeten dan een geval van discriminatie dat onder gewestbevoegdheden valt.

Hannelore Goeman, fractieleider in het Vlaams Parlement voor Vooruit en tevens Brusselaar, vindt dit absurd. “Dat betekent concreet dat bijvoorbeeld ouders met klachten over discriminatie in het Nederlandstalig onderwijs zich in de toekomst moeten wenden tot het Vlaams Mensenrechteninstituut, terwijl ouders in het Franstalig onderwijs met soortgelijke klachten nog altijd bij Unia moeten zijn. Of dat een Brusselaar in een rolstoel die niet mag opstappen op een bus van De Lijn in Sint-Joost terecht moet bij het Vlaams Instituut, bij een soortgelijke situatie op de MIVB blijft Unia het aanspreekpunt. Welke burger geraakt daar nog aan uit? (Nederlandstalige) Brusselaars dreigen door deze nieuwe regelgeving opnieuw slachtoffer te worden van de navelstaarderij van de Vlaamse regering en de ingewikkelde staatsstructuur. De Vlaamse regering houdt te weinig rekening met de situatie van de Nederlandstalige Brusselaars en eigenlijk Brusselaars tout court.”

Goeman pleit daarom dat er in het Brussels gewest tenminste één fysiek loket of aanspreekpunt komt, waar alle instellingen samenwerken en iedereen terecht kan voor een melding rond discriminatie in Brussel. “Op die manier zou de Vlaamse regering ervoor kunnen zorgen dat het voor iedereen duidelijk is waar ze terecht kunnen indien ze een klacht willen neerleggen tegen discriminatie.”